Manuele Methode Meyer  

methode

METHODE

Maak uw keuze:

Voor medici/paramedici

De methode van dokter Meyer is gebaseerd op het inzicht dat reflexen onze balanshouding bepalen. De instandhouding hiervan berust in wezen op een reflexmatige koppeling via een continue reflexstroom die zowel het willekeurige als het onwillekeurige systeem beheerst.

Een cruciale rol spelen hierbij de gewrichten van de schedel (os occiput, CO), de atlas (C1) en axis (C2). Deze gewrichten regelen de statische reflexen op de spieren die onze houding bepalen en ons rechtop houden. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat vanuit deze gewrichten veertig keer zoveel impulsen worden verzonden als vanuit de overige wervelgewrichten.

Een geblokkeerde atlas brengt het hele lichaam uit balans en zo ontstaan er spierspanningen en houdingsveranderingen over het hele lichaam die op hun beurt kunnen leiden tot diverse klachten en aandoeningen.

Een atlasreflextherapeut kan met zekerheid de exacte 3-dimensionele positie van de atlas bepalen.

Tijdens de eerste afspraak wordt een zorgvuldige anamnese en diagnostiek (differentiaal-, palpatie-, bewegings- en reflexonderzoek) gehanteerd, waarna de atlasreflextherapeut de geblokkeerde gewrichten tussen occiput-atlas-axis corrigeert.
Daarna volgt de totale correctie van het atlasreflexsysteem door alle verdere statische en vegetatieve reflexen manueel te corrigeren.
Zo wordt het atlasreflexsysteem weer in balans gebracht en daarmee worden alle zichtbare en voelbare weefselspanningen opgelost. De te grote spierspanningen worden terug normaal en het gevolg is dat herstel van alle myogene, fibromyogene, circulatoire en neurogene stoornissen, klachten en pijnen plaatsvindt.

De ervaring leert dat gemiddeld één tot vijf nabehandelingen volstaan om klachtenvrij te zijn en om het lichaam terug volledig in balans te krijgen. Bij kinderen volstaat meestal één totale correctie (echter met het advies van herhaling elk half jaar tot het twaalfde jaar, om deformiteiten als scoliose en kyfose te voorkomen).
Bij kinderen die nog geen klachten hebben, maar bij wie wel balansveranderingen zijn te constateren (scoliose, kyfose, kyfoscoliose, Scheuermann, bekkenscheefstand,...) is het van het grootste belang om tijdig een totale correctie toe te passen om ossale en chondrale deformiteiten alsook klachten op latere leeftijd te voorkomen.


Voor patiënten

De houding van ons lichaam wordt via refleximpulsen bepaald vanuit de eerste 2 nekwervels (atlas en axis). Als de atlas en/of axis niet meer juist op hun plaats zitten dan komt het lichaam uit balans. Daardoor moet het lichaam gaan compenseren om terug in balans te komen. Dit compenseren gebeurt door spierspanningen o.a. in de nek en de rug. Zolang we kunnen compenseren voelen we geen klachten, het is maar op het moment dat het lichaam niet meer kan compenseren dat we pijn beginnen te voelen.

Dus er kan bijvoorbeeld lage rugpijn ontstaan als gevolg van een verkeerde stand van de eerste twee nekwervels.

Met de atlasreflextherapie wordt niet alleen de klacht op zich behandeld maar gaan we steeds de oorzaak gaan behandelen, nl. de eerste twee nekwervels. We brengen die wervels terug op hun plaats en gaan daarna alle compensaties oplossen zodat het lichaam terug volledig in balans komt waardoor de pijn snel verdwijnt.

De atlasreflextherapeut kan exact de 3-dimensionele positie van de atlas en axis bepalen en behandelen. De technieken die gebruikt worden in de atlasreflextherapie zijn UNIEK.

De ervaring leert ons dat we gemiddeld één tot vijf nabehandelingen nodig hebben om het lichaam terug in balans te krijgen en volledig klachtenvrij te krijgen.

Bij kinderen die eventueel nog geen klachten hebben maar wel al balansveranderingen (scoliose, kyfose, bekkenscheefstand…) vertonen is het van het allergrootste belang om tijdig een totale correctie te doen om op latere leeftijd klachten te vermijden.


© 2009 - ingeblikt.be voor Jo Cosyns